Voor de jaren dertig duurde het zeven dagen om van Antwerpen naar Luik te varen. Momenteel wordt deze afstand gevaren in ongeveer 18 uur. Parallel met het kanaal loopt de Koning Boudewijnautosnelweg of E313. Het is via het kanaal Briegden-Neerharen verbonden met de Zuid-Willemsvaart en levert die ook water. Behalve transport is het kanaal ook belangrijk voor de drinkwatervoorziening van de regio Antwerpen die afhankelijk is van het Maaswater dat via het kanaal wordt aangevoerd.
Tussen Genk en Luik staan geen sluizen maar ging men over tot het graven van een maar liefst 60 m diepe kloof door de Sint Pietersberg bij Kanne. Tussen Ternaaien en Luik "zweeft" het kanaal dan weer als het ware boven de lager gelegen begane grond. Verder staan er ook nog tuikabelbruggen op, zoals die van Ternaaien en de nooit in gebruik genomen in Godsheide.
Het kanaal zou ook als verdedigingslinie fungeren. Samen met de Franse Maginotlinie vormde het een bescherming tegen een aanval uit het oosten. Via de sluizen kon men het kanaal namelijk tot aan de rand vullen of het water lozen. Ook bouwde men op de westelijke dijk talrijke bunkers en weerstandsnesten op gezichtsafstand van elkaar.
Geschiedenis
Het kanaal werd gepland in de jaren twintig omdat de toenmalige verbinding tussen beide steden via de bestaande Kempense kanalen meer dan overzadigd was. Zo waren er vaak lange files door de knelpunten Maastricht, Herentals en de sluizen vanaf Blauwe Kei. Bovendien werd in 1934 in Nederland het Julianakanaal geopend waardoor het transport uit en bestemd voor het Luikse industriegebied dreigde naar Rotterdam te gaan.
Enkel het gedeelte Ternaaien-Hasselt en Kwaadmechelen-Herentals moesten nog gegraven worden; verder beriep men zich op het al bestaande kanaal Maastricht-Luik, kolenkanaal en het kanaal Bocholt-Herentals tussen Herentals en Antwerpen. De eerste spadesteek werd op 31 mei 1930 gegeven door koning Albert I. De officiële opening van het volledige kanaal gebeurde door koning Leopold III en koningin Elisabeth op 30 juli 1939, tijdens het "Saison Internationale de l'Eau" te Luik. Hierbij werd ook het standbeeld van Albert I onthuld dat de zuidelijke ingang van het kanaal beheerst.
Het festival zou enkele maanden duren, maar moest in september vroegtijdig afgebroken worden vanwege het uitbreken van Tweede Wereldoorlog. Daardoor werd de ingebruikname ook verschoven tot 1946, want door de Duitse invasie werden vrijwel alle bruggen en sluizen vernield (zie daarvoor ook het artikel over Fort Eben-Emael, dat aan de oever van het kanaal ligt).
Modernisering
Het kanaal werd oorspronkelijk gebouwd voor schepen met een maximale capaciteit van 2000 ton en er werd uitgegaan van een trafiek die op termijn 15 miljoen ton zou bedragen. Dit volume werd door de naoorlogse economische boom al bereikt medio jaren vijftig en in 1969 werd het recordcijfer van 40 miljoen ton bereikt. Om het hoofd te bieden aan deze groei werd al snel beslist om het kanaal te moderniseren. Na de verbredingswerken en het vervangen van bruggen en sluizen is het kanaal nu toegankelijk voor duwvaartkonvooien van 4 bakken (9000 ton). De diepgang bedraagt 3,40 m en de vrije hoogte is 6,70 m.
Het traject tussen de Antwerpse haven en de sluis van Wijnegem blijft echter een flessenhals; omwille van de industrie langs het kanaal kon men hier onvoldoende verbreden waardoor men maximaal met 2 duwbakken (4500 ton) kan varen. Oorspronkelijk wilde men dit probleem omzeilen door tussen Oelegem en Zandvliet het zogenaamde duwvaartkanaal te bouwen. De werken werden wel gestart maar vooral onder druk van milieuactivisten werd het project voortijdig afgeblazen. Stille getuige van dit opzet is de zogenaamde E10 plas te Brasschaat en Schoten.
Een nieuwe moderniseringsfase drong zich reeds in de jaren negentig op toen door de snel toenemende containertrafiek van de Antwerpse haven ook de afvoer per lichter en duwbakken bleef groeien. Om deze groei op te vangen en vervoer over het water verder aan te moedigen moest het kanaal verbreed worden en de bruggen verhoogd. Na jaren van politieke discussies werd het kanaal bij het begin van de 21e eeuw op verscheidene plaatsen aangepakt.
Toch blijft het gedeelte tussen Wijnegem en de haven een knelpunt door haar smalle breedte en te lage bruggen. De beslissing betreffende deze verbreding werd door de Vlaamse Regering op 23 april 2004 genomen. Men creëerde het Economisch Netwerk Albertkanaal om zo een geheelplan te kunnen opstellen. Om deze verbreding te realiseren, gaat men tegelijk de vele verouderde industrieterreinen op dit stuk aanpakken. In de loop van 2007 volgden voorbereidende werken en informatievergaderingen en -tentoonstellingen. De eerste werken aan de bruggen zelf beginnen eind januari 2008 met de Noorderlaanbrug. De verhoging van de bruggen is in 2 fases gepland, waarbij fase 1 loopt van 2008 tot 2014 en fase 2 van 2014 tot 2016.[1] De verbreding zelf loopt volgens een aparte planning en zou tussen 2008-2016 afgerond moeten worden.
Industrie
Tussen het kanaal en de wegen was er te weinig plaats om met woningbouw te beginnen. Maar wel plaats genoeg voor industrie. Zo is het eigenlijk gewoon een langgerekt stuk industrie naast het Albertkanaal. Er zijn enkele belangrijke industriegebieden langs ontstaan, zoals:
* Herentals Industrie
* Industrie Oevel-Geel
* Ravenshout in Beringen (het op één na grootste industrietterrein van Limburg)
* Genk-Zuid, Haven
De sluis te Diepenbeek
Sluizen
Tussen Luik en Antwerpen is een verval van 56 meter. Om dit hoogteverschil te overbruggen werden er zes sluizencomplexen, met telkens drie sluizen gebouwd.
* Wijnegem: 2 sluizen van 136 m × 16 m, 1 sluis van 200 m × 24 m - verval van 5,70 m
* Olen: 2 sluizen van 136 m × 16 m, 1 sluis van 200 m × 24 m - verval van 10 m
* Kwaadmechelen: 2 sluizen van 136 m × 16 m, 1 sluis van 200 m × 24 m - verval van 10 m
* Hasselt, in het gehucht Godsheide: 2 sluizen van 136 m × 16 m, 1 sluis van 200 m × 24 m - verval van 10,10 m
* Diepenbeek: 2 sluizen van 136 m × 16 m, 1 sluis van 200 m × 24 m - verval van 10,10 m
* Genk: 2 sluizen van 136 m × 16 m, 1 sluis van 200 m × 24 m - verval van 10,10 m
* Ternaaien: 2 sluizen van 55 m × 7,5 m, 1 sluis van 136 m × 16 m - verval van 13,94 m
Deze sluizen geven toegang tot de Maas. Hier is een nieuwe, vierde sluis, van 200 m x 25 m is al gepland.
Trafiek
Albertkanaal bij Kanne
Alle cijfers ter hoogte van het sluizencomplex te Ternaaien.
* 1987 - Tonnage: 13.100.000 ton - Aantal schepen: 33.346
* 1990 - Tonnage: 15.161.000 ton - Aantal schepen: 36.199
* 2000 - Tonnage: 22.497.000 ton - Aantal schepen: 38.976
* 2004 - Tonnage: 24.173.000 ton - Aantal schepen: 37.660
* 2005 - Tonnage: 22.151.000 ton - Aantal schepen: 34.117
Verbinding met andere kanalen
Het Albertkanaal staat in verbinding met een aantal andere, doorgaans ouder en kleiner kanalen die samen het netwerk der Kempense kanalen vormen. De drie korte Waalse kanalen verbinden het kanaal telkens met de Maas, het sluizencomplex van Ternaaien is het belangrijkste en het grootste. In 1961 werd een verdrag tussen de Nederlandse en Belgische overheid getekend om het Albertkanaal ook met het Julianakanaal te verbinden.
* Kanaal Bocholt-Herentals: te Herentals
* Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten: te Schoten
* Kanaal Dessel-Kwaadmechelen: te Kwaadmechelen
* Kanaal Briegden-Neerharen: te Briegden
* Netekanaal: te Viersel
* Canal de Lanaye: in Ternaaien
* Canal Haccourt-Visé: in Wezet
* Canal de Monsin: in Luik
tekst: wikipedia